Wat houdt de verpakkingenbelasting in?

Vrijstelling voor de eerste 15.000 kilo

Op 1 januari 2008 is de nieuwe verpakkingenbelasting in werking getreden. De verpakkingenbelasting is ingesteld om bij te dragen aan het terugdringen van de hoeveelheid verpakkingen en een verschuiving naar milieuvriendelijkere verpakkingen. Het uitgangspunt hierbij is dat de vervuiler betaalt. Voor de eerste 15.000 kilo krijg je een vrijstelling.

Het uitgangspunt hierbij is dat de vervuiler betaalt. Voor de eerste 15.000 kilo krijg je een vrijstelling. 

Wanneer moet je verpakkingenbelasting betalen?

De ‘vervuiler’ betaalt de verpakkingenbelasting. Je moet verpakkingenbelasting betalen als je aan één van de volgende voorwaarden voldoet:

  • Je bent een ondernemer (producent of importeur) die verpakte producten voor de eerste keer in Nederland op de markt brengt. Dit geldt ook als de verpakking het eigendom van de leverancier blijft. Enkele voorbeelden:

  • Je verpakt een computer en levert deze aan de groothandel

  • Je levert een pot pindakaas aan de groothandel

  • Je levert als leverancier drank in een nieuwe statiegeldfles. Hierbij blijft de fles in jouw eigendom.

  • Je verhuurt een televisie die in een doos verpakt is.

  • Je brengt (lege) verkooppuntverpakkingen voor de eerste keer in Nederland op de markt. Denk hierbij aan draagtassen in de supermarkt, koffiebekers voor de koffieautomaat of fritesbakjes in de snackbar. Zij worden belast bij de producent of importeur van de verkooppuntverpakkingen.

  • Je bent importeur die de verpakkingen direct na binnenkomst in Nederland van de producten verwijdert en afvoert. Bijvoorbeeld voor een pallet die alleen wordt gebruikt voor het vervoer per schip of vliegtuig.

Alle verpakking worden maar éénmaal belast, dat is de eerste keer dat ze in Nederland op de markt worden gebracht. Verpakkingen die meerdere keren te gebruiken zijn, zoals statiegeldverpakkingen of andere retourverpakkingen, dus ook.

Vrijstelling tot 15.000 kilo

Je gaat pas verpakkingenbelasting betalen vanaf 15.000 kilo. Als je per jaar minder dan 15.000 kilo op de markt brengt hoef je dus geen belasting te betalen. Je hoeft je dan niet bij de Belastingdienst aan te melden. Als je jaarlijks meer dan 15.000 kilo op de markt brengt ga je pas na de eerste 15.000 kilo betalen.

Tarieven en berekenen

Per materiaalsoort en verpakkingssoort gelden aparte tarieven. De hoogte van het tarief is gekoppeld aan de druk die het materiaal op het milieu heeft. Via de site van de Belastingdienst vind je de verschillende tarieven.  

Je berekent de belasting door per materiaalsoort en verpakkingssoort het aantal kilo's te vermenigvuldigen met het tarief. Dit bedrag verminder je met de vrijstelling van 15.000 kilo. De vrijstelling bereken je door de 15.000 kilo evenredig te verdelen over de verpakkings- en materiaalsoorten die je opgeeft.

Voorbeeld

Je moet in 2008 belasting betalen over 10.000 kilo primair glas, 25.000 kilo primaire kunststof en 20.000 kilo niet-primaire kunststof.

De belasting is:

10.000 kilo x € 0,0456 = €456

25.000 kilo x € 0,3554 = € 8.885

20.000 kilo x € 0,1247 = € 2.494

Totale belasting: € 11.835

De vrijstelling is: 15.000 kilo x € 11.835 / 55.000 kilo = € 3.228

Te betalen belasting in 2008: € 11.835 - € 3.228 = € 8.607

Weten of je aangifte voor verpakkingenbelasting moet doen?

De Belastingdienst heeft een speciale tool ontwikkeld om te bekijken of je aangifte moet doen voor de verpakkingenbelasting. Door het invullen van deze ‘hulpmiddel verpakkingenbelasting’ kun je er binnen enkele vragen achterkomen of je belastingplichtig bent. De link naar ‘hulpmiddel verpakkingenbelasting’ vind je hier.

Ook op de website van MKB Nederland vind je veel informatie over de verpakkingenbelasting, in het Dossier verpakkingenbelasting.

Wat vind je van dit artikel?