Algemene voorwaarden: grijze lijst

Welke bepalingen liggen op de grens van redelijkheid?

Algemene voorwaarden grijze lijst

In de wet is vastgesteld dat algemene voorwaarden redelijk moeten zijn. In de grijze lijst zijn voorwaarden opgenomen die op de grens liggen van wat redelijk is. Welke zijn dat?

Redelijkheid

In het Burgerlijk Wetboek (BW) staan de bepalingen die niet in de algemene voorwaarden mogen worden opgenomen, de zwarte lijst. De grijze lijst bevat 14 bepalingen die zich bewegen op de grens van het onredelijke. Als je deze bepalingen in je algemene voorwaarden wilt opnemen, moet je aan kunnen tonen dat het gebruik van deze voorwaarden in je onderneming 'niet onredelijk bezwarend' is voor de wederpartij.

  1. Je mag je bedrijf geen ongebruikelijk lange of een onvoldoende specifiek beschreven termijn geven om op een aanbod of andere verklaring van wederpartij te reageren (art. 6:237 sub a).

  2. Je mag als ondernemer niet via de algemene voorwaarden zomaar onder je verplichtingen uit de overeenkomst uitkomen, tenzij daar een goede reden voor is (art 6:237 sub b).

  3. Er mag geen beding worden opgenomen dat de mogelijkheid biedt de door jou verleende prestatie te doen afwijken van de door jou toegezegde prestatie, tenzij de wederpartij in dat geval de overeenkomst kan ontbinden (art. 6:237 sub c).

  4. Er mag geen beding worden opgenomen waardoor je niet meer gebonden bent aan de overeenkomst of een beding dat bepaald dat gebondenheid aan de overeenkomst niet meer van je kan worden gevergd vanwege andere gronden dan in de overeenkomst zijn opgenomen (art. 6:237 sub d).

  5. Je mag jezelf geen ongebruikelijk lange of een onvoldoende specifiek beschreven termijn geven voor de nakoming (art. 6:237 sub e).

  6. Er mag geen beding worden opgenomen dat jij of een derde geheel of voor een deel bevrijd van een wettelijke verplichting tot schadevergoeding (art. 6:237 sub f).

  7. De wederpartij heeft de bevoegdheid tot verrekening en je mag deze bevoegdheid niet uitsluiten of beperken. Ook mag je jezelf geen verdergaande bevoegdheid tot verrekening verlenen dan in de wet staat beschreven (art. 6:237 sub g).

  8. Je mag de wederpartij vanwege bepaalde gedragingen geen sanctie opleggen door haar toekomende rechten of de mogelijkheid verweer te voeren te ontnemen, voor zover deze gedragingen de sanctie niet rechtvaardigen (art. 6:237 sub h).

  9. Wanneer de overeenkomst wordt beëindigd anders dan op grond dat de wederpartij tekort is geschoten in haar nakoming van de verbintenis, mag je de wederpartij niet verplichten een geldsom te betalen. Behalve wanneer dit een redelijke vergoeding bedraagt voor uw geleden verlies of gederfde winst (art. 6:237 sub i).

  10. Je mag de wederpartij niet verplichten tot het sluiten van een overeenkomst, behalve wanneer je vanwege het verband tussen beide overeenkomsten dit redelijkerwijze van de wederpartij kan vergen (art. 6:237 sub j).

  11. Een overeenkomst waarbij geregeld zaken worden afgeleverd (waaronder elektriciteit) of verrichtingen worden gedaan mag geen duur hebben van meer dan één jaar, tenzij wederpartij de mogelijkheid heeft de overeenkomst telkens na één jaar op te zeggen (art. 6:237 sub k).

  12. Je mag de wederpartij geen opzegtermijn van langer dan drie maanden of een opzegtermijn die langer is dan je eigen opzegtermijn geven (art. 6:237 sub l).

  13. Je mag niet zomaar eisen dat wederpartij al zijn verklaringen in een notariële akte moet laten vastleggen of bewijs enkel in de vorm van een proces-verbaal kan overleggen. Onder omstandigheden kan dit wel te rechtvaardigen zijn. Zo mag een verzekeraar in geval van diefstal een proces-verbaal verlangen wanneer de verzekerde vergoeding hiervoor claimt. Het gaat dus niet om de eis een aangetekende brief te sturen. Een dergelijke brief is een zogenoemde ‘onderhandse akte’ en dat is wel toegestaan (art. 6:237 sub m).

  14. Er mag geen beding worden opgenomen waarin wordt bepaald dat een verleende volmacht van de wederpartij onherroepelijk is of niet eindigt door haar dood of ondercuratelestelling, tenzij de volmacht is verleend voor de levering van een registergoed (art. 6:237 sub n).

Dit is een bewerking van de grijze lijst zoals deze in het Burgerlijk Wetboek vermeld staat, door USG Legal.

Wat vind je van dit artikel?