
Wat doe je op het moment dat je sector letterlijk op slot gaat en er niets meer mogelijk lijkt? Ondernemers Pieter Staadegaard en zijn broer Sijmen Staadegaard zochten toen naar wat er wél mogelijk was en trokken daarmee eigenhandig een gat in de markt open. Zo nam het familiebedrijf, dat 95 jaar geleden werd opgericht, ineens een onverwachte afslag door elektrische grondverzetmachines te gaan verkopen.

Inhoud:
- Het begon allemaal in 1930
- Van PFAS en stikstof naar elektrificatie
- Groei & geld: alles uit eigen vermogen
- Salesmethode als inkomstenbron
- Innovatie & digitalisering: als pionier voorop blijven lopen
- Steeds weer een nieuwe uitdaging
- Kostentechnisch interessant alternatief
- Personeel & werkgeverschap: ‘purpose’ heeft aantrekkingskracht
- 5 concrete tips van Staad
- Duurzaam ondernemen: core business om te overleven

Pieter (links) en Sijmen Staadegaard bij hun bedrijf Staad
Het begon allemaal in 1930
De opa van Pieter begon 95 jaar geleden met het familiebedrijf. Begin jaren twintig was hij vanuit Amerika naar Europa verhuisd. De ervaring die ze overzees hadden opgedaan met machines in een boerenbedrijf zetten ze in Europa in. Van een eigen akkerbouwbedrijf leidde dat tot de verkoop en het onderhoud van landbouwmachines, waar hij in 1930 zijn werk van maakte.
Overname in 2005
Pieter: "Mijn vader heeft in 1960 het bedrijf overgenomen en ik heb, samen met mijn broers, het bedrijf overgenomen in 2005. Op dat moment hadden we 40 medewerkers, maar die klopten ook na de overname nog gewoon bij onze vader aan als ze iets wilden weten, haha."
Focus op grondverzet en één merk
"In 2013 hebben we ons bedrijf gesplitst. De landbouwmechanisatietak hebben we verkocht aan een neef van ons, terwijl wij verder gingen in de grondverzetwereld, waar we veel potentie in zagen."
"We hebben bewust gekozen voor de focus op één merk: Doosan uit Zuid-Korea, inmiddels heten zij Develon. Daar wilden we de beste in zijn. Dus niet alleen machines leveren, maar ook de beste service bieden. Op het gebied van bandengraafmachines zijn we inmiddels nummer één in Nederland."
Van PFAS en stikstof naar elektrificatie
Vanaf 2019 gebeurden er meerdere dingen die de koers van Staad hebben bepaald. Allereerst was er het PFAS-dossier, waardoor het veel moeilijker werd om grond van A naar B te transporteren. De sector heeft zelfs een aantal maanden helemaal stilgelegen. Na een wetswijziging leek er meer beweging in te komen, maar meteen daarna kwamen de stikstofbeperkingen. Alles ging weer op slot in de bouw en daarna zelfs de hele wereld, want de coronapandemie volgde.
Van bedreiging naar kans
Pieter: “Er waren dus drie dingen die heel veel impact hadden op ons bedrijf. Daardoor kwamen we in zwaar weer. We hebben gekeken hoe we van minimaal één van die bedreigingen een kans konden maken. De oplossing was ‘emissieloze grondverzetmachines’, dus zijn we in coronatijd daarmee gaan pionieren. Bij vrachtwagens zagen we dat elektrificatie ook mogelijk was, dus waarom niet bij grondverzetmachines?”
Het eerste prototype
“In eerste instantie hebben we als prototype een dieselgraafmachine op rupsen omgebouwd tot een elektrisch model. Dat prototype was klaar in augustus 2020. Daarmee wekten we heel veel interesse in de markt. Niet alleen in Nederland, maar ook in Scandinavië. Met de 12 aanvragen die we kregen, financierden we de bouw van de eerste modellen en zo ging het balletje rollen.”
Groei & geld: alles uit eigen vermogen
In 2020, toen Staad begon met de elektrificatie van grondverzetmachines, bestond het bedrijf nog uit 40 medewerkers. Vijf jaar later werken er ruim 150 medewerkers. Die groei ging dus snel, maar werd grotendeels gefinancierd door klanten, zo geeft Pieter aan:
“Als iemand bij ons een machine koopt, dan zijn er een aantal betaalmomenten. Je betaalt bij het aankoopmoment een bedrag en met een gedeelte van dat bedrag kopen wij de dure componenten, waaronder de batterij. Dus in principe financiert de klant ons ook mee. Bij aflevering betalen ze dan het laatste deel en dan leveren we de machine af. Daardoor hebben wij die groei kunnen bewerkstelligen.”
Omzetgroei van 20 naar 75 miljoen
In 2021 was de omzet 20 miljoen, in 2024 75 miljoen. Een groot deel van het vermogen dat op de balans van Staad staat, zit in voorraad en onderdelen.
Pieter: “We zijn een familiebedrijf en we hebben altijd gewerkt volgens het principe: alles wat we overhouden, dat gaat direct terug de zaak in. Dat is wel een voorwaarde. Dat moet ook met het oog op de lange termijn, daardoor gaat je bedrijf groeien. Om die reden halen we geen geld uit de zaak. We zijn net begonnen met deze nieuwe richting, dus daar gaat alle energie naartoe en alle investeringen die we doen.”
Salesmethode als inkomstenbron
Naast de voorfinanciering via klanten is er ook een stuk van de voorraad gefinancierd via de bank. Maar de creatiefste inkomstenbron van Staad is de verhuurtak van het bedrijf. Die is speciaal opgezet voor klanten die het nog niet helemaal aandurven om een elektrische grondverzetmachine te kopen.
Zij kunnen op deze manier een beetje wennen aan de andere manier van werken. Het is dus een salesmethode én een inkomstenbron voor het bedrijf, deels door een leaseconstructie gefinancierd. Er is steeds meer vertrouwen vanuit banken en leasemaatschappijen.
Pieter Staadegaard: “Als ontwikkeling stagneert door bottlenecks, moet je die zelf oplossen”
Innovatie & digitalisering: als pionier voorop blijven lopen
Alles vanaf 2020 tot aan de dag van vandaag is voor Staad één groot innovatietraject geweest. Van het allereerste prototype, toen nog een omgebouwde dieselmachine naar een elektrisch model, tot aan het steeds verder optimaliseren van de techniek. Maar ook het vinden van nieuwe gebruikstoepassingen voor de Powerboxen, zoals de verwisselbare batterijpakketten in onze grondverzetmachines heten, blijft pionieren.
Het batterijwisselsysteem
Pieter: “Voor onze machines hebben we gekozen voor een batterijwisselsysteem, vergelijkbaar met je accuboormachine thuis. Dan kun je die accu wisselen verwisselen wanneer het nodig is en kun je altijd door. Zo ben je veel flexibeler en kun je je inzet optimaliseren. Bovendien ben je veel flexibeler met een batterijwisselsysteem, zeker in gebieden waar je niet zomaar even een laadpaal vindt. Dat was onze eerste innovatieve gedachte.”
Modulair werken
“De tweede was dat we modulair wilden werken, dus alle vier verschillende machinemodellen die we inmiddels hebben, gebruiken dezelfde batterij. Die kunnen we altijd onderling uitwisselen. Ten derde kunnen we nu met onze Powerbox-batterijpakketten ook stroom leveren voor andere zaken, zoals een woning of op plekken met netcongestie.”
Steeds weer een nieuwe uitdaging
Als je de eerste bent die iets nieuws in de markt zet, moet je over allerlei dingen nadenken die je misschien niet vooraf had verwacht. Daar kan Pieter wel wat voorbeelden van noemen: “Je moet zorgen dat die Powerbox-batterij aan elke laadpaal in heel Europa kan laden en ook snel kan laden. Dus daar moet ook een stukje klimaatcontrole in zitten. Als je snel wilt laden, wordt die batterij warm en moet hij kunnen koelen.”
“En andersom ook, als hij in Noorwegen ergens in de winter staat en op maandagochtend bij min twintig graden wordt gestart, dan moet hij wel aangaan. Dat soort technieken hebben we allemaal zelf ontwikkeld. Dat was ook echt een noodzaak, want er was niets in de hele wereld dat wij konden inkopen.”
Praktische oplossingen
“Je loopt onderweg tegen allerlei zaken aan. Bijvoorbeeld of zo’n machine wel een hele werkdag kan draaien. Inmiddels kan zo’n machine nu tussen de 12 en de 15 uur draaien, dus dat is opgelost. Die stress van ‘range anxiety’ bij een elektrische auto, die hebben we hiermee dus weggenomen.”
Energy as a Service
Maar er zijn ook vraagstukken waarbij er meerdere machines op de bouwplaats staan en er geen netaansluiting is. Hoe krijg je dan stroom op die bouwplaats? Pieter: “Daar hebben wij een nieuw concept voor ontwikkeld en dat heet Energy as a Service. Eigenlijk sluit je daarbij met ons een energiecontract. Wij zorgen dan dat die Powerbox-batterij in de machine of op de bouwplaats komt. En voordat hij leeg is, wisselen we hem weer om. Dat kan dan gaan om één keer per dag of één keer in een paar dagen.”
“Wij wisselen hem en wij nemen die lege Powerbox weer mee en die laden we op. Dat doen we door amen te werken met laadpleinen door heel Nederland. De batterijwissel in de machine kunnen wij garanderen voor 78 cent per kilowattuur. Dus we zijn eigenlijk ook energieleverancier geworden voor de machines. Niet omdat we dat wilden, maar omdat er anders bottlenecks ontstaan. De ontwikkeling kan daardoor niet door, dus je moet ook dat aanpakken.”
Kostentechnisch interessant alternatief
Met alle doorontwikkeling heeft Staad inmiddels de Total Cost of Ownership van elektrische graafmachines behoorlijk weten te verlagen. Als je aanschaf, restwaarde, afschrijving, verzekering en onderhoud doorrekent, zitten de elektrische machines nog maar minder dan € 10 per uur af van de dieselmachines. Terwijl ze begonnen in 2020 met het dubbele tarief.
Tipping point is in zicht
De € 140 per uur is nu al teruggebracht tot € 80, terwijl dieselmachines op € 70 zitten. Pieter: “Ons doel is echt om een tipping point te creëren waarbij mensen zeggen “Of ik nu een diesel koop of een elektrische, het maakt niks uit.” Dan kies je veel makkelijker voor een schone machine en heb je minder gedoe met regelgeving en dat soort dingen. Waarom zou je het niet doen?”
Pieter Staadegaard: “Onderweg zijn er heel veel dingen misgegaan, waarvan we hebben geleerd”
Personeel & werkgeverschap: ‘purpose’ heeft aantrekkingskracht
Een bedrijf met een nobel verhaal heeft minder moeite om nieuwe mensen aan te trekken, zou je denken. Toch was het in de beginperiode na de elektrificatie nog wel lastig om de juiste mensen te vinden en te overtuigen, vertelt Pieter.
Van moeizaam naar natuurlijk
Inmiddels is dat wel makkelijker geworden: “In het begin moesten we veel moeite doen en nu loopt het veel meer door. Mensen kennen elkaar en vertellen enthousiast over Staad. Nu zijn we op het punt dat mensen die bij Tesla gewerkt hebben zich bij ons melden. Dat is leuk voor ons. We moeten nog steeds wel moeite doen, maar nu komen die mensen makkelijker hier.”
Op zoek naar purpose
“Dat komt vooral omdat we hier een goed product maken. Veel mensen die solliciteren zijn op zoek naar ‘purpose’ en die vinden ze hier. Mensen die hier aankloppen zijn al heel gemotiveerd. Het is mooi dat je een bijdrage kunt leveren aan de verduurzaming van de maatschappij door zelf een product mee te ontwikkelen. Een collega heeft laatst berekend hoeveel retourvluchten naar Barcelona de machine waaraan hij werkte al bespaard heeft aan uitstoot.”
5 concrete tips van Staad
Bedenk hoe je van een bedreiging een kans kunt maken
Als het nog niet bestaat, zul je het zelf moeten bedenken
Pionieren betekent bottlenecks tegenkomen die opgelost moeten worden
Laat klanten je groei meefinancieren waar dat kan
Stop al het geld dat je overhoudt direct weer in de zaak
Duurzaam ondernemen: core business om te overleven
Voor veel bedrijven is duurzaamheid een ‘nice to have’. Voor bedrijven die aanbestedingen gegund willen krijgen en voor vooruitstrevende bedrijven is het vaak een ‘must-have’. Maar voor Staad was duurzaamheid de enige manier om te overleven in een zware tijd.
Leren van mislukkingen
Daar word je heel innovatief van, vertelt Pieter: “We wisten dat elektrificatie de juiste route was. Maar daarvoor moesten we wel allerlei drempels over. Onderweg zijn er heel veel dingen misgegaan, waarvan we hebben geleerd. Als een machine vervormt bij een crashtest, maken we hem steviger. Je loopt constant tegen dingen aan die niet lukken. En die moeten we verbeteren, omdat we daar eenmaal voor gekozen hebben.”
Steeds duurzamer worden
“Dus ik denk dat we misschien net zoveel mislukkingen hebben meegemaakt als successen. Alleen die proberen we natuurlijk wel helemaal in een vroeg stadium te tackelen. Maar uiteindelijk worden onze producten steeds duurzamer. De batterijpakketten gaan steeds langer mee en we zetten ze nu ook in andere situaties in dan alleen in grondverzetmachines. Daarnaast kunnen we batterijen onderling wisselen tussen machines, waardoor ze extra efficiënt worden gebruikt. Zo helpen we de bouwwereld om nog bewuster om te gaan met hun middelen.”