Gebruik van social media: juridische aandachtspunten

Column advocaat Willem Balfoort

Social media is niet meer weg te denken uit de dagelijkse realiteit van de ondernemer. Zowel eenmanszaken als multinationals zijn (soms luidruchtig) aanwezig op platforms als Twitter, Facebook, LinkedIn en Google+. Hoewel social media zeker ook zakelijk nuttig kunnen zijn, gaat er ook weleens wat verkeerd.

Zo tweette de geautomatiseerde Twitteraccount van de  Britse supermarktketen Tesco vorig jaar aan het einde van een werkdag: “It’s sleepy time, so we’re off to hit the hay!”. Er lijkt op het eerste gezicht niets mis met deze tweet. Alleen was die dag bekend geworden dat er paardenvlees was aangetroffen in de diepvriesmaaltijden van de supermarkt. Hoewel onbedoeld, was het verband tussen ‘hooi’ en ‘paardenvlees’ snel gemaakt. Met erg veel boze reacties als gevolg.

Pr-technisch kan er dus nogal wat misgaan bij het gebruik van social media. Ook vanuit juridisch perspectief zijn er een paar aandachtspunten. 

  1. Het intellectuele eigendomsrecht (IE-recht) Regelmatig zie ik bedrijven allerlei teksten of foto’s delen via social media. Deze berichten kunnen materiaal dat beschermd wordt door bijvoorbeeld het auteursrecht, of een ander IE-recht, bevatten. Dit betekent dat de rechthebbende in beginsel een exclusief recht heeft dit materiaal ‘openbaar te maken’ en te ‘verveelvoudigen’. Het zonder toestemming van de rechthebbende plaatsen van een foto of tekst op bijvoorbeeld Facebook, kan dan vervelende (juridische) gevolgen hebben. Andersom geldt dat, als een bedrijf een bericht via bijvoorbeeld Twitter deelt, de onderneming een stukje van haar exclusieve recht ‘verliest’. De gebruiksvoorwaarden van Twitter bepalen namelijk dat mede Twittergebruikers en ook Twitter zelf allerlei handelingen met het geposte bericht mag verrichten, welke normaal gesproken exclusief voorbehouden zijn aan de onderneming. Ook dit kan uiteraard tot ongewenste gevolgen leiden. 

  2. Privacy Als een geplaatst bericht gegevens van een privépersoon bevat, dient rekening gehouden te worden met onder meer de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). Volgens de Wbp mogen persoonsgegevens niet ‘zomaar’ gebruikt worden. Een foto genomen tijdens een open dag van een bedrijf met klanten of bezoekers herkenbaar in beeld, zou dus onder omstandigheden een inbreuk op de privacy en/of ook het portretrecht van de betreffende personen kunnen betekenen. Een bekend voorbeeld van een dergelijke fout is de foto van een bonnetje die een serveerster van de Amerikaanse restaurantketen Applebee’s online plaatste. Applebee’s rekent automatisch een fooi van 18% en vermeldt dit ook op de bon. De klant in kwestie (een pastoor) had hierbij geschreven: “I give God 10%, why do you get 18?” De foto van dit bonnetje ging ‘viral’. Helaas was de naam van de betreffende klant zichtbaar in de foto, wat vanzelfsprekend de privacy van de betreffende klant (ernstig) schendt. Het behoeft geen nadere toelichting dat dit geen goede reclame vormt voor Applebee’s. 

  3. Reclame Waar maar weinig ondernemers zich van bewust zijn is dat speciale regels gelden voor het maken van reclame via social media. Deze regels zijn vastgelegd in de Reclamecode Social Media (RSM) die sinds 1 januari 2014 van kracht is. Er staat onder meer dat reclame via social media altijd duidelijk als zodanig herkenbaar dient te zijn. Zo geldt dat, indien derde partijen betaald worden om content via social media te delen, dit duidelijk vermeld dient te worden, bijvoorbeeld door middel van de vermelding “#adv”.

Bezint eer ge begint

Kortom, er kan nogal wat misgaan bij het zakelijk gebruik van social media. Maak dan ook heldere afspraken, (vooral) ook met werknemers. Bijvoorbeeld door het hanteren van een Social Media Protocol, zodat de werknemers weten wat de regels zijn. En natuurlijk: zie toe op naleving van dit protocol. Want, zoals Warren Buffet, een van de rijkste mensen ter wereld, ooit schreef: “Het kost 20 jaar om een reputatie op te bouwen en vijf minuten om deze te ruïneren. Als je dat beseft, ga je de dingen anders doen.”

Wat vind je van dit artikel?

Auteur

Willem Balfoort