Vanaf 2028 betaal je belasting over het daadwerkelijke rendement dat je hebt verdiend met je vermogen. Ten minste als het aan het kabinet ligt. Staatssecretaris Tjebbe van Oostenbruggen (Belasting) heeft vorige week het wetsvoorstel werkelijk rendement box 3 naar de Tweede Kamer gestuurd.
Waarom verandert de vermogensbelasting?
Iedereen moet belasting betalen over het rendement van zijn vermogen, bijvoorbeeld spaargeld of beleggingen. Dat valt in box 3. Tot nu toe berekent de Belastingdienst dit rendement aan de hand van een geschat (fictief) percentage. Dat is lang niet altijd eerlijk, bijvoorbeeld als je als belastingbetaler in werkelijkheid minder rendement krijgt over je vermogen dan het fictieve percentage dat de Belastingdienst hanteert. Daarom wil het kabinet dat iedereen voortaan vermogensbelasting gaat betalen over wat zij daadwerkelijk hebben verdiend met hun vermogen. Een spaarder met een laag rendement betaalt dan minder belasting. Een belegger met een hoog rendement meer.
Lees ook: Belasting box 3: tarieven en vrijstellingen in 2025
Wat houdt de Wet werkelijk rendement box 3 in?
Het rendement waarover belasting moet worden betaald bestaat uit het directe rendement en het indirecte rendement. Onder het directe rendement valt rente, huur en dividend (met aftrek van kosten). Het indirecte rendement bestaat uit de positieve of negatieve waardeontwikkeling van bijvoorbeeld aandelen of vastgoed. Deze waardeontwikkeling wordt jaarlijks belast met een vermogensaanwasbelasting. Als je overigens verlies hebt op je vermogen, dan mogen de verliezen verrekend worden met box 3-inkomen uit toekomstige jaren.
Uitzondering: alleen de waardeontwikkeling van onroerende zaken en aandelen in startups wordt pas belast bij verkoop met een vermogenswinstbelasting.
Wat is het nadeel van het nieuwe vermogensbelastingsstelsel?
Het klinkt natuurlijk logisch en wel zo eerlijk dat je belasting gaat betalen over wat je werkelijk hebt verdiend met je vermogen. Maar er kleeft een heel groot bezwaar aan: de aangifte wordt veel complexer. In het nieuwe stelsel moet je voor al die verschillende soorten vermogen gaan bijhouden wat het rendement is. De Belastingdienst heeft dus veel meer gegevens van je nodig. Niet voor niets was de Raad van State (RvS) zeer kritisch op het wetsvoorstel werkelijk rendement box 3. De vraag is of dit wel uitvoerbaar is in de praktijk?
De politiek is verdeeld, komt de wet er op tijd?
Ondanks de kritiek wil staatssecretaris van Oostenbruggen zijn Wet werkelijk rendement box 3 toch door het parlement loodsen. Of dat lukt is nog maar de vraag. De politieke partijen zijn verdeeld en de grootste fractie (PVV) is tegen het wetsvoorstel. De oppositie zal de scherpe kritiek van de RvS in de Tweede Kamer zeker aanhalen in het debat om de wet tegen te houden. Dat terwijl er eigenlijk geen vertraging mag optreden.
Want 2028 lijkt ver weg, maar banken en verzekeraars hebben tijd nodig om hun systemen aan te passen aan het ingrijpende nieuwe stelsel voor vermogensbelasting. De politiek heeft veel tijd nodig. Het wetsvoorstel dateert al van 2023 en wordt nu pas naar de Tweede Kamer gestuurd. Om de Wet werkelijk rendement box 3 per 1 januari 2028 in te kunnen laten gaan moet het wetsvoorstel uiterlijk 15 maart 2026 door de Tweede Kamer zijn aangenomen. En dan moet de Eerste Kamer er vervolgens ook nog mee instemmen.
Blijf op de hoogte
Elke ondernemer krijgt te maken met de Wet werkelijk rendement box 3. Wat dit exact voor jou betekent hangt natuurlijk van jouw eigen situatie af. Wel is het goed om tijdig op de hoogte te zijn van de gevolgen van de nieuwe wet en te weten welke financiële gegevens je moet kunnen aanleveren. Houd daarom de nieuwsbrief van MKB Servicedesk in de gaten!
