Wat zijn de kosten van een krediet?
Aflossing + provisie + rente

Als je een krediet of lening afsluit bij de bank of een andere financier, moet je rekening houden met aflossing, rente en provisie. Wat is dat precies en hoe werkt het?
1. Aflossing
De lening of het krediet moet je op den duur terugbetalen. Aflossen dus. De hoogte van de aflossing wordt bepaald door de looptijd die je afspreekt. Stel je leent 50.000 euro en de looptijd is 5 jaar. Je betaalt dan 10.000 euro per jaar terug aan aflossing. Dat is 417 euro per maand. Meestal begin je direct met aflossen - een maand na het afsluiten van het krediet. Bij sommige kredieten kun je versneld aflossen, waardoor je sneller je schuld hebt afgelost. Dit scheelt in je uiteindelijke rentekosten. Bovenop je (maandelijkse) aflossing komen nog de rente en de provisiekosten.
2. Provisie
Een bank of andere financier vraagt meestal een eenmalige provisie en/of een doorlopende provisie. De eenmalige provisie is de afsluitprovisie - bijkomende kosten bij het afsluiten van een krediet. De doorlopende provisie is bijvoorbeeld de bereidstellingsprovisie, die alleen van toepassing is bij een rekening courant krediet.
3. Rente
Dan is er nog de rente. Deze kan variabel of vast zijn en is opgebouwd uit een basisrente, de klantspecifieke opslag en de marge.
Basisrente
De basisrente bestaat uit de 'fundingkosten'. De fundingkosten zijn de inkoopkosten van het geld. Dit is afhankelijk van de looptijd, maar in principe gelijk voor alle klanten van een financier.
Operationele kosten
De rente die je betaalt is ook afhankelijk van de operationele kosten van een financier. Denk aan de kantoren, personeel en automatisering van een bank. Die worden deels bekostigd door de rente die jij betaalt.
Marge
Een financier wil ook rendement maken op het verstrekte krediet. Dat is de marge.
Risicokosten: klantspecifieke opslag
De rente voor een financiering is ook afhankelijk van jouw bedrijf. De bank bepaalt op basis van jouw administratie hoe hoog het risico is dat jij op een bepaald moment niet (volledig) kunt aflossen. Als dat risico hoog is, betaal je meer rente. Er wordt gekeken naar twee elementen:
Verwachte verliezen
De 'verwachte verliezen' worden bepaald door de kredietwaardigheid (rating) van jouw onderneming, de financieringshoogte en ingebrachte zekerheden. Hoe hoger het risico, hoe hoger de verwachte verliezen voor de bank, hoe hoger de kosten voor jou zullen zijn.
Kapitaalkosten
Voor elke financiering die de bank verstrekt, moet de bank een bepaald kapitaal aan houden. Dit is vastgelegd in wet- en regelgeving voor banken. De hoeveelheid aan te houden kapitaal verschilt per klant en wordt mede bepaald door het kredietrisico. Hoe hoger het risico, hoe hoger deze kosten.