Lastig taalgebruik van managers

Vertaling van managersjargon

Je komt ze vast wel eens tegen: snelle mensen, gegoten in een goed pak en rijdend in een mooie bolide. Managers. Ze vallen niet alleen op door hun verschijning, maar ook door het 'snelle' taalgebruik dat ze gebruiken. Altijd al willen weten waar ze het nu eigenlijk precies over hebben?

Aftikken: Dit woord staat voor betalen of verliezen. Je kan dit tegenkomen in het volgende zinsverband: 'Voor die nieuwe investering heeft hij 10.000 euro afgetikt.'

Boardroom: Dit woord kent veel afleidingen. Zo is er de term boardroom politics; wat staat voor directiepolitiek, boardroom level; directieniveau en boardroom counsellor; directieadvies.

BPR: Deze afkorting staat voor Business process re-engineering. Deze term slaat op reorganisatie, ook wel bezuinigingsmaatregelen.

NB. Het woord downsizen staat ook voor bezuinigen

Dippen: ' Dippen staat voor het rood staan of lenen van de bank.

Doorakkeren: Even snel een document met iemand doornemen. 'Zullen we dit samen even doorakkeren?'

Feestje: ‘Het is jouw Feestje’, ofwel: jij mag het zeggen. Dit woord wordt ook wel gebruikt als: ‘Jij mag de slingers op je eigen feestje ophangen.’ Met andere woorden: je moet je werk zelf leuk maken.

Five-Mails-Rule: Dit wil zeggen dat een mailtje pas voor iemand belangrijk is, als de persoon het vijf keer heeft ontvangen. Pas dan zal de geadresseerde waarschijnlijk reageren.

Hired Gun: het gaat hier om een interim-manager die is ingehuurd om slecht nieuws te brengen.

Huilbiertje: ofwel bier als troost, na een stukgelopen deal. ‘Huilbiertje doen.'

HRD-professional: dit is een medewerker gespecialiseerd in Human resource manager. Deze personeelsmanager houdt zich bezig met bedrijfsopleidingen.

Implementeren: implementeren staat voor uitvoeren. ‘Uitvoeren is ons vak.’

Momentum: Dit woord wordt in het Nederlands toegepast in de betekenis van beslismoment of het geschikte moment. ‘Nu hebben we momentum om de campagne uit te zetten.’

Monitoren: Een situatie of iemand in de gaten houden of controleren.

Organisatiesensitiviteit: Dit is een verzachtende taal voor iemand die probeert te slijmen. ‘Zij heeft een goed ontwikkelde organisatiesensitiviteit.’

Parkeren: Dit staat voor het negeren van bijvoorbeeld een idee.

Period: PUNT UIT! Dit is te vergelijken met het Italiaanse woord: (en daarmee) BASTA!

Perron nul: Hier wordt een hangplek voor rokers mee bedoeld. Het draait hier vooral om de locatie, bijvoorbeeld buiten of in een speciaal gefabriceerd hok. ‘Hij staat te roken op perron nul.

Pitch: staat voor de poging om een opdracht binnen te halen. Een Sales-pitch is een verkoopverhaal.

Sunset: sunset doen betekent een kansloos project langzaam de nek om draaien of simpelweg dood laten bloeden.

Top: staat voor positieve kwalificatie. De overtreffende trap: he-le-maal top. De vrolijke variant: ‘helemaal toppie’.

Value creation: dit houdt waardevermeerdering in. Added value: staat voor toegevoegde waarde. Deze uitdrukking wordt ook gebruikt wanneer het gaat om personen.

Zitten: ‘Heb je tijd om even te gaan zitten?’ Ook wel een ander woord voor vergaderen.

Stel direct je vraag via onderstaande vraagbox. Snel en efficiënt.

Wat vind je van dit artikel?